Pasen
Ik maak een woordspin op het bord met het woord Pasen. Wanneer er ongeveer 10 woorden staan, dit ligt eraan hoeveel de klas op kan noemen, geef ik de kinderen een velletje papier ze moeten 5 woorden van de spin opschrijven. Hierna gaan ze een verhaal schrijven over Pasen met die 5 woorden. Als ze klaar zijn mogen een paar hun verhaal voorlezen. Ik neem alle verhalen in en kijk ze na. Ik schrijf erbij hoe ik het verhaal vond en wat misschien beter kan de volgende keer.
Taaloefening: het schrijven van een verhaal.
